Niet alleen reizen is hun gemeenschappelijke deler, Fenny Koppen en Arjan Kers delen ook een passie voor voetballen. De één hoopte profvoetballer te worden, maar dat ging vanwege een blessure niet door. De ander voetbalde mee met de jongens en dat heeft haar waarschijnlijk voor een deel gevormd tot de doorzetter wie ze nu is. De twee interviewen elkaar.
Arjan Kers (General Manager TUI Nederland en België): “Ik ben heel erg benieuwd naar de vrouw achter de CEO en mede-eigenaar van Riksja Travel. Dus wie is Fenny Koppen?”
Fenny: “Ik ben 42 jaar geleden geboren in Haarlem, waar ik nog steeds samen met mijn zoontjes van twaalf en acht jaar woon. Mijn hart ligt in Haarlem, het is een heerlijke plek om te wonen. Haarlem ligt dichtbij het strand en de zee, daar ga ik elke week standaard even naartoe. Ik kom uit een gangbaar gezin. Mijn vader werkte overdag en mijn moeder was dan thuis om mijn broertje en mij na schooltijd op te vangen, zij werkte ’s avonds. Ik heb een fijne en gemoedelijke jeugd gehad. Elk jaar gingen we met de caravan op vakantie naar Italië, maar wel altijd naar een andere plek. Dat doe ik nu zelf ook, ik wil ook telkens een andere bestemming ontdekken en leren kennen. Dat heb ik denk ik echt van mijn ouders meegekregen.”
“Ik kan soms drammerig zijn”
Arjan: “Wat voor een opleiding heb je gedaan?”
Fenny: “Na de havo heb ik Vrijetijdsmanagement aan de Hogeschool InHolland Diemen gestudeerd. In het derde schooljaar liep ik stage bij Riksja Travel, en na het behalen van mijn diploma vroeg een van de voormalige eigenaren of ik bij Riksja wilde komen werken. Het bedrijf bestond toen drie jaar en was nog een hele kleine touroperator met drie eigenaren, een paar stagiaires en ik. Dat is inmiddels twintig jaar geleden. Riksja ging van een onstuimige start-up-fase naar een scale-up waarin het hard groeide en uitbreidde in aanbod, aantal mensen et cetera tot het bedrijf zoals het er nu staat. Ik ben parallel meegegroeid met de organisatie, en startte als reisspecialist op Thailand, vanuit die functie groeide ik door naar supervisor en productmanager. Zo’n twaalf jaar geleden werd ik onderdeel van het directieteam en ging ik samenwerken met Yoram Samson en Misja Visser. Sinds vijf jaar ben ik samen met hen eigenaar van Riksja Travel, en in februari hebben we het derde deel van de aandelen overgenomen.”
Arjan: “Je hebt dus altijd voor Riksja gewerkt?”
Fenny: “Inderdaad. Ik heb een heel leuk en interessant pad afgelegd en ben ik trots waar Riksja tot dusver is gekomen. Ik vond het lang ook een tekortkoming dat ik niet bij een ander bedrijf heb gewerkt, omdat je daarmee ook weer andere kennis en ervaring opdoet. Daarom heb ik er tien jaar geleden voor gekozen om veel meer naar buiten te treden om meer contacten te leggen om op een andere manier ervaringen op te doen en te leren van anderen.”
Arjan: “Is dat een van de redenen waarom je bestuurslid van de ANVR bent geworden?”
Fenny: “Ja, ik wil graag van andere ondernemers horen en leren hoe het met die reisbedrijven gaat en hoe zij met bepaalde uitdagingen omgaan, en wat er allemaal in de branche speelt om mijn blik te verruimen.”
Arjan: “Ik herken veel van wat je zegt. Ik ben ook begonnen in de reiswereld en heb mezelf door de jaren heen verrijkt met nieuwe informatie en mogelijkheden. Ik zeg altijd: ‘De trein komt voorbij en die pak je dan’. Zo groei je verder binnen een bedrijf. Op deze manier zijn heel veel mensen in de reiswereld groot geworden, dat is de kans die de branche in tegenstelling tot veel andere sectoren geeft. Je bent als stagiaire begonnen en hebt de groei van het bedrijf van binnenuit meegemaakt, dat vind ik echt van een enorme waarde.”
Arjan: “Wat was je droombaan als kind? Heb je altijd in de reisbranche willen werken?”
Fenny: “Haha nee dat niet, ik wilde dierenarts worden, maar op een gegeven moment kreeg ik hamsters en dat was geen succes, zeg maar. Later wilde ik meer richting evenementensector maar uiteindelijk toch in de reisbranche terechtgekomen. Ik was dan ook snel verkocht.”
Fenny: “Maar Arjan, ben jij dan ook echt begonnen bij TUI?”
Arjan: “Nee dat niet, maar mijn carrière loopt grotendeels wel binnen TUI. Ik heb 24 jaar in het buitenland in veel verschillende rollen voor TUI gewerkt, voordat ik voor TUI Nederland aan de slag ging. Ik was twintig jaar oud toen ik Nederland verliet, ik was namelijk niet zo’n heel gemotiveerde student. Ik heb mavo gedaan, en wilde voetballer worden. Toen ik een serieuze blessure kreeg, viel die droom in duigen. Dat was een enorme domper voor mijn ouders, die overal met mij naartoe gingen, en mij. Ik was toen achttien jaar oud en had geen idee wat ik moest gaan doen. Na de mavo had ik al wel een sportopleiding gedaan, in die tijd was de World Travel School (WTS) net opgestart en daar ben ik vervolgens naartoe gegaan. In juni 1990 hing er op school een oproep voor een sportanimator op Tenerife. Dat leek mij wel wat. Ik wilde altijd sportleraar worden, maar was een rebelse puber waardoor het ook goed was om Nederland te verlaten. Dat is 24 jaar geworden. Ik heb eerst een jaar in een animatieteam van een hotel gewerkt, dat was echt een fantastische tijd. Na dat jaar kwam ik terug naar Nederland tot dat hotel belde of ik wilde terugkomen. Dat wilde ik wel, maar dan niet in het animatieteam. Ik kreeg de mogelijkheid om op verschillende afdelingen te werken tot ik werd gevraagd om voor een aantal DMC’s op de Canarische Eilanden te werken, dat heb ik gedaan totdat het toenmalige Ultramar, onderdeel van de DMC’s van TUI, in 1996 belde. Voor dit bedrijf ben ik onder meer op de Dominicaanse Republiek en Mallorca aan de slag gegaan om daarna een touroperator binnen TUI in Hannover op te starten. Ik heb dus een heel internationaal leven geleid binnen TUI, en heb er ontzettend veel kennis en ervaring opgedaan.”
Fenny: “En toen werd je gevraagd door TUI Nederland. Hoe is dat gelopen?”
Arjan: “In 2014 werd ik gevraagd om voor TUI Nederland te komen werken. Dat was voor mij een enorme kans, omdat ik wist dat Gerrit Slot en Steven van der Heijden weg zouden gaan, maar ik had eigenlijk niets meer met Nederland. Ik kende ook niemand in de Nederlandse reiswereld, maar ik heb het toch gedaan. Ik ben eerst een jaar voor Kras gaan werken om de overgangsfase door te voeren toen Gerrit Slot (destijds directeur Kras, red.) wegging en daarna werd ik gevraagd of ik TUI Nederland wilde gaan leiden.”
Fenny: “Hoe oud was je toen?”
Arjan: “Ik was toen 44 jaar. Ik had een rugzak vol met bagage, maar ik was me ook echt wel bewust van dat ik heel veel dingen niet kende. Ik kwam uit de inkoop en heb wereldwijd aan honderden onderhandelingstafels gezeten, maar ik was totaal niet bekend met thema’s die belangrijk zijn om een bedrijf te runnen. Ik heb mijn uiterste best gedaan om dat zo snel mogelijk te leren door onder meer heel vaak naast mensen te gaan zitten om te luisteren naar wat ze doen en naar wie ze zijn, dat vind ik heel belangrijk. Ik vind nog steeds dat je als leider van een bedrijf niet overal het beste in moet zijn, eerder het tegenovergestelde door ervoor te zorgen dat je hele goede mensen om je heen hebt verzameld.”
“Buiten het hoger opgeleide niveau ben ik echt
een Riksja-reiziger”
Fenny: “Hoe zagen jouw vakanties er vroeger uit?”
Arjan: “Wij gingen ook elk jaar met de vouwwagen naar de camping in Italië, in tegenstelling tot jouw ouders gingen wij wel telkens naar dezelfde camping aan het Lago di Garda. Dat hebben we achttien jaar gedaan, vanaf dat ik vijf maanden oud was. Dat was een fantastische tijd, en ik heb er veel vrienden aan overgehouden. Maar ik heb dit nooit met mijn eigen kinderen gedaan. Ik wil altijd iets nieuws leren kennen, de wereld is namelijk zo ontzettend groot. Wellicht komt dat voort uit het feit dat ik tot mijn zestiende nooit had gevlogen.”
Fenny: “Ik heb precies hetzelfde. Ik ben veel met mijn kinderen in Azië geweest, maar ook in Europa. Deze zomer gaan we naar Kreta, waar we drie verschillende plekken aandoen. We gaan er samen avonturen beleven, dat blijft er toch een beetje in.”
Fenny: “Arjan, even over dat voetballen. Was je heel erg goed? Waar speelde je?”
Arjan: “Ik denk wel dat ik talent had, maar ik wist ook dat er maar een kleine groep de echte top weet te behalen. Op mijn zeventiende kreeg ik andere interesse en ging ik veel op stap, en ik zag ook dat anderen beter waren dan ik. Op mijn achttiende kreeg ik een blessure. Ik moest accepteren dat de top voor mij niet haalbaar was. Dat voelde wel als falen, ook ten opzichte van mijn ouders. Dat is ook wel een van de redenen geweest om Nederland te verlaten, zodat ik opnieuw kon beginnen.”
Fenny: “Ik heb ook jarenlang op hoog niveau gevoetbald, en doe het nog steeds maar dan op een lager niveau in een 30-plusteam op de vrijdagavond. In die tijd was damesvoetbal nog niet zo ontwikkeld als het nu is, daarom voetbalde ik altijd met de jongens mee. Als enige meisje in zo’n jongensteam heb ik wel geleerd om altijd het beste uit mezelf te halen. Die drijfveer heb ik nu nog steeds, zeker op werkgebied. Ik wil alles tot mij nemen, hard werken en veel leren.”
Fenny: “Wat voor een soort leider ben jij?”
Arjan: “Toen ik bij TUI binnenkwam was het een heel ander bedrijf dan dat het nu is. Ik denk dat elke periode in een business ook een ander soort leiderschap nodig heeft. In de periode voor mij was er een leiderschap nodig om de oude merken, Arke en Holland International, weer in de positieve cijfers te krijgen. Dat hebben ze fantastisch gedaan. Ik heb daarop verder gebouwd met een ander soort leiderschap door meer snelheid te brengen en wat meer ondernemerschap aan medewerkers te geven. Ik merk dat de jongere generatie heel graag een onderdeel wil zijn van het succes, maar ook van het falen van een onderneming, en daarin wil ondersteunen. Ik ben dagelijks bezig met de doorgroei van jonge mensen binnen het bedrijf. Dat vind ik heel belangrijk, zo houd je mensen ook vast.”
Fenny: “Dat is superbelangrijk, zeker in tijden van nu willen mensen een perspectief hebben. Bij Riksja is er altijd gekozen om mensen intern door te laten groeien. Ik ben daar zelf een goed voorbeeld van. Ik vind het belangrijk om mensen snel vertrouwen te geven, hoge mate van beslissingsbevoegdheid en autonomie in het werk. Bij Riksja werken 130 mensen in Nederland en 90 in Duitsland, meer dan de helft hiervan is onder de 30 jaar. Er lopen zoveel talenten rond die een enorme drijfveer hebben.”

Arjan: “Heeft Riksja nog steeds zelfsturende teams?”
Fenny: “Niet meer. In 2016 zijn we daarmee begonnen, dat was een moeilijke periode. We gingen van een hiërarchische naar een zelfsturende organisatie. Voor de leidinggevenden, die we toen allemaal hadden, was dat echt een grote klap. Zij voelden zich niet gewaardeerd. Wat in onze beleving natuurlijk totaal niet het geval was, maar als je de titel kwijtraakt dan is dat voor heel veel mensen heel pijnlijk. Ik denk ook dat we dat beter hadden kunnen managen met de kennis van nu. Maar we dachten dat Riksja er klaar voor was. We hebben geleerd dat bij zelfsturing een informele hiërarchie heel belangrijk is. Dus mensen moeten uit zichzelf die leiding pakken, dat zijn dan ook de informele leiders die opstaan. Maar bij Riksja zijn we best wel een groene organisatie, dus mensen gunnen elkaar heel veel en zijn heel zorgzaam naar elkaar toe. Dan werkt het niet, want die mensen denken dan: ‘who am I?’. Weinig mensen pakten die rol uit zichzelf op. Voor corona namen we het besluit dat zelfsturende teams niet bij ons passen. Tijdens de pandemie hebben we het bedrijf in een hele andere vorm gegoten, en hebben we gekozen om meer te werken vanuit meewerkend leiderschap.”
Arjan: “Hoe kijken jouw collega’s naar jou?”
Fenny: “Ik denk dat ze zeggen dat ik vrij ambitieuze doelen heb, die in mijn ogen haalbaar zijn opgebouwd. Soms wordt het realisme wel wat bediscussieerd, maar dat is ook geen probleem. Ze zullen ook zeggen dat ik hen inspireer om echt een stap verder te denken dan dat ze normaal zouden doen. Dus ik verwacht wel dat ik ze uit de comfortzone kan trekken. Ik denk ook dat ze zeggen dat ik enthousiast, positief en heel erg gedreven ben.”
Arjan: “Wat zijn je negatieve eigenschappen?”
Fenny: “Ik kan soms drammerig zijn. Dan heb ik iets in m’n hoofd en dan wil ik ook dat het zo gebeurt. Ik kan dan geen ‘nee’ horen.”
Arjan: “Hoe vul je dat aan met Yoram en Misja?”
Fenny: “We zijn een goed gebalanceerd team op inhoud, en ook qua karakters. Misja is erg goed met dingen strak opvolgen en afmaken. Waar ik ben afgehaakt, omdat het voor mij te gedetailleerd wordt, blijft hij scherp. Yoram kan meer out-of-the-box denken, hij kan het echt over een hele andere boeg gooien wat weer tot interessante inzichten leidt. Met z’n drieën zijn we een sterk team, en vinden we elkaar altijd.”
“Als enige meisje in zo’n jongensvoetbalteam heb ik wel geleerd om altijd het beste uit mezelf te halen”
Arjan: “Riksja is erg gedreven door duurzaamheid en biedt zo’n 60 bestemming aan waarvan 80% ver weg is. Bestemmingen die je niet met de trein kan bereiken. Hoe zie jij die verhouding? Gaan jullie de komende jaren meer bestemmingen binnen Europa aanbieden, zodat de verhouding bijvoorbeeld 50-50 wordt?”
Fenny: “Het klopt wat je zegt. We hebben ons als doel gesteld om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen; in 2030 willen we 50% van de CO-uitstoot per reiziger hebben gereduceerd. En dat kan deels alleen maar door ons Europese aanbod te vergroten. Natuurlijk, we verduurzamen ook op de bestemming. We bieden geen reizen meer aan boven de 6.000 kilometer die korter zijn dan veertien dagen. We doen veel minder binnenlandse vluchten en veel meer met treinen. Maar uiteindelijk kan je daar misschien 5 tot 10% aan uitstoot op verminderen, en dat gaat niet het grote verschil maken. Daarom gaan we ons Europese aanbod veel verder uitbouwen, maar wel binnen ons eigen segment en op onze manier van reizen, omdat we daar heel sterk in zijn. We gaan dan ook niet op prijs concurreren met bijvoorbeeld Corendon of TUI. Dat zal niet gemakkelijk zijn, maar ik denk wel dat het kan. Ik kan namelijk geen reden bedenken waarom het niet zou lukken.”
Arjan: “Wat is de typische Riksja-reiziger?”
Fenny: “Dat is iemand die hoger opgeleid is, houdt van avontuur en cultuur, een land echt wil ontdekken en die niet op één plek wil blijven, maar het land juist wil intrekken. Iemand die heel veel passie heeft om de wereld te zien en te ervaren, door ook op een andere manier te willen reizen. Hij wil graag contact maken met de bevolking, overnachten in lokale hotels en bijzondere ervaringen opdoen.”
Arjan: “Buiten het hoger opgeleide niveau ben ik echt een Riksja-reiziger.”
Fenny: “Ben je al eens met ons op reis geweest?”
Arjan: “Ik ben met heel veel reisorganisaties weggeweest. De reizen die ik zelf maak, zijn niet de typische TUI-reizen. Ik wil ‘off the road’ alles ontdekken, en altijd samen met de kinderen. Ik wil hen de wereld laten zien, de wereld laten ontdekken. Ik stel de reizen trouwens graag zelf samen met lokale agenten, maar laat ze wel altijd inboeken door een reisadviseur.”
Fenny: “Dat doe ik ook met mijn kinderen en ik merk dat ze door die manier van reizen toch iets anders in het leven staan dan kinderen die niet zulke reizen maken.”
Arjan: “Jullie slogan is ‘Riksja Travel brengt je dichterbij’, wat is de interpretatie erachter?”
Fenny: “We hebben een aantal jaar geleden onze ‘why’ bepaald. Dus waar staat Riksja voor? Waarom zijn wij als Riksja binnen de branche een organisatie die er toe doet? Wat is onze toegevoegde waarde? Dat is de reis die je dichterbij de bestemming brengt, geworden. Voor reizigers betekent dit dat we proberen grenzen te verleggen en hun andere perspectieven te bieden. Intern betekent dit dat we onze medewerkers op een bepaalde manier ‘aanraken’. Als iemand na een x-aantal jaar bij Riksja weggaat, willen we dat we hem of haar echt iets hebben gebracht, iets hebben geleerd. Bij Riksja doen we veel aan persoonlijke ontwikkeling. Bij ons ga je bijvoorbeeld na twee à drie jaar bij Riskja werkzaam te zijn op Riksja Quest; vier dagen met een groepje van tien mensen en twee coaches naar een ‘hutje op de hei’ om te ontdekken wat jouw ‘why’ is, wat jouw levensmissie als ware is. Ik vond de Riksja Quest persoonlijk een van de mooiste dingen die ik heb meegemaakt, omdat ik werd gedwongen om echt naar mezelf te kijken. Mijn ‘why’ is mensen uit te dagen een stap verder te gaan.”
Arjan: “Hoe combineer je jouw ‘why’ met ondernemerschap?”
Fenny: “Ik ben aan de ene kant vrij idealistisch ingesteld, doordat ik graag mensen wil helpen en de wereld mooier wil maken. In 2018 ben ik naar India geweest om daar onze projecten te bezoeken en dat heeft mij heel veel gebracht, omdat ik met eigen ogen heb gezien wat het effect is van die projecten. Maar ik geloof heel erg in realisme, en ben ook hartstikke commercieel ingesteld. Ik wil Riksja laten groeien, zodat steeds meer reizigers de wereld ontdekken op onze manier. Daarnaast wil ik ons Europese aanbod vergroten, zodat de klimaatdoelstellingen worden gehaald. Maar ik geloof heel sterk dat dit allemaal naast elkaar kan bestaan, het zal elkaar juist versterken. Onze medewerkers zijn erg gepassioneerd om aan Riksja te werken, omdat ze weten welke doelen we kunnen bereiken. Dus hoe groter je bent hoe meer impact je kan maken. Dat geldt natuurlijk ook, en wellicht nog meer, voor TUI?”
Arjan: “Dat klopt, doordat je heel veel mensen vervoert, kan je ook weer heel veel terugdoen. Maar we blijven een commercieel bedrijf en zitten in een commerciële sector. Aan de andere kant is het vaak zoeken naar de juiste balans. Er zijn mensen die heel erg kritisch zijn, die vinden dat we helemaal moeten stoppen met vliegen. Dat vind ik persoonlijk geen dialoog. Ik vind het onze verantwoordelijkheid als organisatie om mensen erop te wijzen en een bijdrage hieraan te leveren om reizen en vakanties te verduurzamen. Maar consumenten moeten altijd zelf beslissen wat ze wel en niet doen.”
Fenny: “Ik geloof wel heel erg in het stimuleren van gedragsverandering. Als je bijvoorbeeld ver weg op vakantie gaat, doe dat dan wel bewust. Ga dan langer en minder vaak.”
Arjan: “Dat vind ik een lastige, want je vliegt er nog steeds naartoe. Ik heb moeite met mensen die ‘bewust reizen’ te hard roepen. Ik vind wel dat de positieve impact van reizen onderbelicht is. Als er helemaal niet wordt gereisd dan zijn er landen die armoede lijden, zoals we zagen tijdens Covid. We moeten daar een goede balans in zien te vinden. Wat is onze taak om mensen bewuster te maken van de keuzes die ze maken? Ga je in plaats van vier keer een weekje nu één keer zes weken? Maar we hebben ook de verantwoordelijkheid om elke maand mensen hun boterham te kunnen laten betalen. Dat zijn zaken waar we met z’n allen aan moeten werken. Dat gebeurt ook vanuit de ANVR, en vanuit verschillende bedrijven. Maar het is nog steeds moeilijk.”

Arjan: “Als je niet bij Riksja zou werken, welke andere reisorganisatie zou dat dan wel kunnen zijn?”
Fenny: “Ik zou dan bij een platformorganisatie willen werken, bijvoorbeeld bij een bedrijf als Airtrotter. Dat is een start-up die het goed doet en wij werken er ook mee samen. Ik vind het een inspirerend businessmodel, omdat ze op een hele andere manier kijken; veel meer vanuit een techperspectief dan vanuit, toch een beetje het ouderwetse, reisbrancheperspectief. Het lijkt me ook interessant om eens in een hele andere sector te kijken. En jij?”
Arjan: “Ik vind de kledingsector leuk, maar ik heb ook wel wat met sportmerken. En ik vind Rituals een fantastisch mooi bedrijf, hoe dat vandaag de dag is neergezet. Maar ik vind het ook heel leuk om te zien dat er binnen de reisbranche nog steeds ondernemers zijn die eigenlijk vanuit het niets zijn begonnen en dan toch in staat zijn, met zo’n hoog competitiegehalte, iets moois neer te zetten. Daar zijn echt wel een paar hele mooie voorbeelden van, zoals Marc van Deursen met Prijsvrij. Hij heeft stappen durven nemen door D-reizen over te nemen midden in de coronapandemie. Daar heb ik veel respect voor. Maar er zijn ook kleine ondernemers, zoals Travel with Zoey. In de reisbranche denken we vaak dat alles al is uitgevonden, maar keer op keer komen er bedrijven en mensen omhoog waarvan ik echt denk: ‘wauw’.”
Fenny: “Heb je voor jezelf nog een bepaald doel dat je met TUI wil behalen of voor jezelf?”
Arjan: “We werken in zo’n mooie sector die de afgelopen twintig jaar behoorlijk is geraakt door zware crisismomenten. Als ik dan kijk naar de passie en flexibiliteit van de mensen die keer op keer weer opstaan en met een glimlach al die reizigers een mooie ervaring weten te verkopen, vind ik dat fantastisch. We moeten dat de komende jaren vast zien te houden, daar doen we het namelijk voor. We doen het voor de consument, die wil blijven reizen. Natuurlijk hebben we met z’n allen de doelstelling om het reizen ook te verduurzamen, maar we moeten daarin niet doorslaan.”
Arjan: “Wie uit de reissector zou jij een week meenemen naar een privé-eiland?”
Fenny: “Ik zou het leuk vinden om Marjan Rintel (CEO KLM) beter te leren kennen. Zij heeft een bepaald voorkomen en ik ben nieuwsgierig naar de vrouw daarachter. Het lijkt me ook heel leuk om Hugo van Drie (directeur Nordic Nederland) mee te nemen. Ik houd wel van het outdoor-gebeuren, en dat is natuurlijk ook handig op een eiland. Ik zou ook Frank Oostdam (directeur ANVR) meenemen, omdat hij gigantisch veel ervaring heeft in de reisbranche. Het lijkt me ook heel leuk om al zijn verhalen te horen, maar ook hoe zijn visie op de reisbranche is. En ik neem Frangken Tuhumena (eigenaar 333travel) mee. Riksja en 333travel zijn twee totaal verschillende bedrijven, ook in leiderschap. Maar ik kan me wel heel erg vinden in zijn passie en enthousiasme.”
Arjan: “Ik vind het een hele leuke combinatie.”

Fenny: “En wie zou jij meenemen?”
Arjan: “Mogen het ook mensen buiten de branche zijn?”
Fenny: “Van mij wel.”
Arjan: “Sander de Kramer (journalist) heeft scholen in Sierra Leone gebouwd, zodat de kinderen daar onderwijs krijgen en niet in de mijnen hoeven te werken. Dat gaat hij nu ook in Congo doen. Hij is zo’n enorme inspiratiebron. Maar ik zou ook Raymond Cloosterman (oprichter Rituals) meenemen. Ik ben nieuwsgierig hoe hij zo’n groot bedrijf heeft opgebouwd en leidt. Ik zou ook politici meenemen. Ik heb vaak het idee dat er op dat niveau beslissingen worden genomen, zonder dat men weet hoe het er daadwerkelijk aan toegaat. Ik heb daar veel vragen over. Met deze mensen wil ik wel op een eiland in een informele setting het gesprek aangaan.”
Dit interview verscheen in de april-editie 2024 van Travelpro.