Ze leerden elkaar 35 jaar geleden kennen in een karaokebar in Bandung, Indonesië. Het was vriendschap op het eerste gezicht. Ondanks dat de één heel veel van de ander weet, en andersom, interviewen Eppo Steenhuisen en Paul van Laarhoven elkaar.

Eppo: “We zongen in 1989 liedjes in een karaokebar in Bandung en daarna was de hele tent leeg. Weet jij nog wat wij zongen?”
Paul: “Haha, nee. Maar ik weet nog wel dat het Engelstalige nummers waren die wij in het Nederlands zongen. Wij waren toen allebei tourleader voor de Boer & Wendel en ontmoetten elkaar in Bandung, daar is onze vriendschap ontstaan.”

Eppo: “De Boer & Wendel was onze eerste ‘echte’ werkgever in het toerisme. Jij kwam uit de hotellerie, waarom wilde je iets anders doen?”
Paul: “Mijn laatste baan was bij een hotel in Haarlem, ik was er op een gegeven moment helemaal klaar mee. Ik was eigenlijk een beetje overwerkt, en stopte van de een op andere dag. Een vriendin raadde aan om even iets totaal anders te gaan doen door als reisbegeleider met een groep toeristen naar Indonesië te gaan. Waarom ook niet, dacht ik. Ik ging op gesprek bij Paul van Hedel in een kroeg in Amsterdam. Binnen vijf minuten was ik aangenomen. Hij zei: ‘Ik zag je komen aanlopen, een geboren reisleider’. Twee weken later zat ik met 29 mensen in het vliegtuig naar Sumatra.”
Eppo: “Ik weet inderdaad nog dat tot groot ongenoegen van Ton Wendel, Paul van Hedel al zijn sollicitaties in een kroeg deed. Hij vond dat hij reisleiders moest zien in een sociale omgeving, zodat hij meteen zag of diegene geschikt was of niet. Dat was destijds revolutionair.”
Paul: “Maar ik wist helemaal niets. Joan, die vriendin die deze baan aanraadde, heeft me in één dag helemaal bijgepraat. Ik wist zelfs in elk hotel, waar we kwamen, waar de toiletten waren, want daar vragen mensen het eerste naar. Ik ben op pad gegaan en het was heel leuk. Zo leuk dat ik het uiteindelijk twee jaar heb gedaan.”

Paul: “Jij ben toch ook zo’n twee jaar reisleider bij de Boer & Wendel geweest?”
Eppo: “Ja klopt, maar meer omdat ik niet wist wat ik wilde gaan doen. Toen ik een jaar of tien was, kreeg ik van mijn grootmoeder een erfenis waarvan ik ooit de Trans-Siberische spoorlijn wilde doen. Ik had daarover gelezen en het was mijn grote droom, dus dat geld zette ik op een spaarrekening. Die reis heb ik uiteindelijk gemaakt. Na een jaar, toen de laatste dollars in zicht kwamen, kwam ik terug en liep ik als ware met mijn ziel onder mijn arm. Ik was mijn ambities kwijt, wist niet wat ik wilde doen. In Thailand was ik eerder iemand tegengekomen die er een groep van de Boer & Wendel begeleidde. Hij vond dat ook wel iets voor mij. Ik dacht daar eerst anders over, maar uiteindelijk sprak ik ook af met Paul van Hedel in de kroeg en was – net als jij – binnen vijf minuten aangenomen, en vertrok met een groep op reis. Voor ik het wist, waren we twee jaar verder.”
Paul: “Het werkte een beetje verslavend, het was ook hartstikke leuk om te doen. We deden zo’n acht à negen reizen per jaar; op en neer met een groep naar Indonesië met vaak nog drie stops onderweg. Dat we het hebben volgehouden? Het was ook een enorm succesvol bedrijf, we zaten vaak met drie groepen aan boord van een vlucht. Dat was heel gezellig. Onderweg was het ook leuk, je ontmoette telkens nieuwe reizigers en tourleaders. Het was echt lang leve de lol.”

Eppo: “En toen kwamen wij elkaar tegen in die karaokebar in Bandung…”
Paul: “Daarna zijn we elkaar volgens mij nooit meer onderweg tegengekomen. Uiteindelijk ben jij op het kantoor van de Boer & Wendel beland, en ik later ook. Mijn vriendin, inmiddels vrouw, vond al dat reizen van mij op een gegeven moment niet meer zo leuk. Ik was nooit thuis. Ik ben op gesprek gegaan bij Ton Wendel, die er heel huiverig instond, want tourleaders zijn ‘vrije’ mensen die willen reizen en hij zag mij niet zo snel op een kantoor zitten. Uiteindelijk gaf hij mij de kans, die zeven jaar in de hotellerie had er vast mee te maken, en ik kwam op de reserveringsafdeling terecht. Ik werd zelfs hoofd reserveringen, omdat die persoon net was vertrokken. Maar ik wist echt helemaal niets, moest alles leren en maakte ook heel veel fouten. Maar uiteindelijk heb ik er nog zo’n acht jaar gewerkt in verschillende functies. In 1999 ging ik naar Panta Reizen. Lang verhaal kort; wij werden op kantoor echt vrienden van elkaar.”
Eppo: “Ik was productmanager, en kon nog veel op reis. Het was echt een mooie tijd. Weet je nog dat we op zaterdag diapresentaties hielden en daarna met gemak een miljoen gulden omzet maakten?”
Paul: “We zaten dan in een rijtje achter een aantal balies en konden die boekingen zo intikken.”
Eppo: “In de winter deden we roadshows door het land en zagen we meer dan tienduizendmensen in drie maanden, dat waren echt andere tijden.”
Paul: “Dat was een hele mooie tijd. Ik ging op een gegeven moment naar Panta en jij bent naar Soc Reizen gegaan, dat uiteindelijk de Boer & Wendel werd.”
Eppo: “Later werd het Arke, en uiteindelijk werd het TUI.”

‘Als het werk in Lausanne wel was doorgegaan,
was mijn leven heel anders verlopen’

Paul: “We hebben een mooie vriendschap opgebouwd op zakelijk- én privégebied. We zien elkaar niet heel vaak, want jij bent met je gezin op een gegeven moment verhuisd van Voorburg naar Arnhem en wij wonen in Barendrecht.”
Eppo: “Maar het contact is niet anders geworden. Dat is juist leuk.”
Paul: “Ik ben De Boesselaere en jij bent Van Binsbergen. We hebben allebei een Van Kooten en De Bie-tik. Maar dit is dan Jitskefet, haha. Als je ons een podium geeft, kunnen we heel wat sketches naspelen.”
Eppo: “Haha, dat is inderdaad geen enkel probleem.”

Paul: “Jij bent toch vanuit SOC Reizen naar Baobab Reizen gegaan?”
Eppo: “Klopt, daarna heb ik samen met Sander van Opstal in 2007 – kort door de bocht gezegd – Askja Reizen overgenomen. Ik wilde eigenlijk altijd al ondernemen en dat lukte niet met Baobab, maar wel met Askja. Sander kwam van Djoser, en Baobab en Djoser waren concurrenten. De eigenaren hadden een bloedhekel aan elkaar, maar dat hadden Sander en ik niet. Ik leerde hem kennen tijdens de grote crisis in Indonesië, toen president Soeharto werd afgezet. Sander had een groep vastzitten op Sumatra en ik had een vliegtuig gecharterd om onze mensen terug te krijgen. Er waren nog twintig plekken vrij en die werden opgevuld door de klanten van Djoser.”

Askja is een heel specialistisch bedrijf,
dat je niet even op Marktplaats zet

Eppo: “Wij hebben eigenlijk nooit samen iets ondernomen, of na de Boer & Wendel nog met elkaar samengewerkt.”
Paul: “Nee, maar de vraag om samen iets te gaan doen heb je wel gesteld. Ik denk dat ik het niet durfde om te ondernemen.”
Eppo: “Klopt, ik heb het je gevraagd, maar weet ook niet meer waarom je het niet wilde. Ik denk dat het de timing moet zijn geweest, want wij hadden heel goed samen iets kunnen neerzetten.”
Paul: “Dat denk ik ook, maar het is ook prima zoals het nu is gelopen. We hebben allebei een hartstikke leuke carrière, of die heb jij gehad…”
Eppo: “Haha, ja die is over…”

Paul: “Terugkijkend op je carrière, zijn er bepaalde zaken die je anders had willen doen?”
Eppo: “Ik had eerder willen gaan ondernemen. Daar heb ik altijd het meeste plezier aan beleefd. Dat vind ik het allerleukste om te doen, maar ik ben ook nog niet uitgespeeld.”
Paul: “Jij bent ook meer een ondernemerstype dan ik. Ik vind het heel leuk om in een organisatie te werken en daar bepaalde verantwoordelijkheden te hebben, maar niet om echt te ondernemen met alle risico’s van dien. Ik zit zo niet in elkaar.”
Eppo: “Dat is toch prima? Je hebt nu een hele gave baan.”

Paul: “Jij komt uit de Azië-hoek en bent overgestapt naar Noord-Europa, Canada en Alaska met Askja. Had je daar altijd al kennis van?”
Eppo: “Nee, behalve dat ik een keer in Spitsbergen en Canada was geweest, maar ik had er al wel langer een fascinatie voor vanwege de verhalen van de ontdekkingsreizigers.”
Paul: “Dat is waar ook. Waar komt dat vandaan?”
Eppo: “Ik deed ooit eens een freelance-opdracht voor een productiebedrijf van Discovery Channel dat een script wilde over de oude handelsroutes. Een daarvan was de handelsroute waar een expeditie in 1596 vanuit Nederland naar Azië ging. Ik heb mij verdiept in de zes journalen die daarover bekend zijn, daar raakte ik aan verslingerd. Ik wilde steeds meer lezen. Ik las later ook over de ontdekkingsreizen in de poolgebieden en die zijn iets recenter, maar het zijn ook hele stoere en ruige verhalen. Ik vind dat prachtig, en houd er tegenwoordig ook lezingen over. Dat Discovery-programma is overigens uiteindelijk nooit iets geworden.”
Paul: “Zijn dat lezingen voor besloten gezelschappen?”
Eppo: “Ik word wel eens ingehuurd voor leiderschapstrainingen, die zijn normaal gesproken oersaai. Ik heb mijn training gemaakt aan de hand van het verhaal van Amundsen en Scott, die beiden naar de zuidpool gaan. Dat wordt een race tussen die twee. Ze hebben allebei een totaal andere managementstijl, en dat heeft enorme consequenties. Ik vertel daarover, en word daar veel voor gevraagd. Ik ben nu bezig met een verhaal dat leiderschap ten tijde van crises weergeeft.”

Eppo: “Als je niet in de reiswereld was beland, wat was je dan gaan doen?”
Paul: “Dan was ik waarschijnlijk in de hotellerie gebleven, ik heb altijd een fascinatie voor hotels gehad. Ik vond en vind ze altijd heel leuk en interessant. Na de middelbare school had ik me aangemeld bij de hotelschool, maar mijn tweede keuze was sociale geografie. Dat kwam door mijn leraar aardrijkskunde. Hij kon erg mooi vertellen over zijn vak. Maar ik werd toegelaten tot de hotelschool in Maastricht. Na zeven jaar te hebben gewerkt bij verschillende hotels in Eindhoven, Amsterdam en Haarlem, ben ik er dus mee gestopt. Tijdens mijn tijd als tourleader heb ik ook nog wel wat sollicitaties gehad om te werken in de hotellerie in Azië. Dat werd uiteindelijk niets. Maar direct na de hotelschool had ik een baan in een hotel in Lausanne in Zwitserland, dat ging op het laatste moment niet door omdat ik geen werkvergunning kreeg. Ik denk als dat wel was doorgegaan, mijn hele leven anders was verlopen.”
Eppo: “Dat was dan niet jouw lot. Ik ben ooit bijna marketingdirecteur geworden van een hotel op Bali, tot ik realiseerde dat het een heel slecht plan zou zijn. Mijn vrouw is advocaat, en ondanks dat zij hier helemaal achterstond, zou zij zich na een paar weken gaan vervelen. Zonder er ooit spijt van te hebben, heb ik het afgezegd.”
Paul: “Ik heb ook nergens spijt van, het is gelopen zoals het is gelopen.”
Eppo: “Spijt is ook een essentieel onderdeel van geluk.”

Eppo: “Hoe kwam jij uiteindelijk bij de Jong terecht?”
Paul: “Ik heb tien jaar bij Panta gewerkt, heel leuk samen gewerkt met Peter van Vliet. Hij is onlangs gestopt en heeft het bedrijf verkocht. Ik heb er een hele fijne tijd gehad, maar ben er uiteindelijk door een conflict vertrokken. Dat gebeurde in het jaar dat ik 50 werd, en ik zat daardoor wel een beetje in de rats. Ik was bang dat ik op die leeftijd nergens meer aan bak kwam. Tussen alle sollicitaties door gaf ik les aan hogeschool tio. Dat vond ik heel leuk om te doen en heb ik een half jaar gedaan, totdat Coby van Dongen (voormalig commercieel directeur de Jong Intra Vakanties, red.) belde. In 2011 begon ik bij de Jong en daar werk ik nog steeds met heel veel plezier als manager touroperating.”
Eppo: “Wij zijn eigenlijk heel nonchalant met onze carrières omgegaan. We hebben ons pad niet van tevoren uitgestippeld.”
Paul: “Inderdaad, en ook bij de Jong had ik in het begin niet het idee dat ik er de rest van leven zou blijven werken. Dat idee heb ik inmiddels wel, ik hoef ook niet meer zo heel lang, maar heb het er ook ontzettend naar mijn zin. Ik heb lang met veel plezier samengewerkt met Coby, nu met haar opvolgster Maaike van der Windt, en we zijn met hele leuke dingen bezig.”

Eppo: “Ben je al zo oud?”
Paul: “Over ruim drie jaar bereik in de pensioengerechtigde leeftijd, ik voel me ook wel een beetje een oude man worden. Ik ging onlangs op uitnodiging van Transavia naar Albanië, en was de oudste van de groep. Dat is heel raar. Heb jij dat ook?”
Eppo: “Zeker, maar we zijn ook oud. Ik gaf een tijdje terug een gastcollege waarbij de studenten heel braaf ‘u’ tegen mij bleven zeggen, terwijl ik al een paar keer had aangegeven dat ‘jij’ ook prima was. Ik realiseerde mij dat toen ik begin twintig was en iemand van boven de 50 jaar aankeek, ik diegene ook oud vond en ‘u’ bleef zeggen.”
Paul: “Het goede nieuws is dat ik me niet oud voel. Dat komt ook omdat ik nog relatief jonge kinderen heb, mijn dochters zijn 25 en 23 jaar. Jouw kinderen zijn 27 en 24 jaar oud. En we werken met jonge mensen en dat houdt ons ook jong. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik niet meer met alles mee kom, zoals met technische ontwikkelingen. Dat is bijna niet meer bij te houden, maar ik probeer het wel te begrijpen ook al is dat niet altijd even gemakkelijk.”
Eppo: “Maar we worden wel wat trager. Ik heb het geluk dat mijn zoon een enorme technicus is, en ik vraag hem regelmatig om iets uit te leggen. Het tempo waarin hij dingen uitlegt, is voor mij bizar snel.”

Eppo: “Welke reisgoeroe heeft jou het meest geïnspireerd? Die heb ik namelijk zelf, en ben heel benieuwd wie dat bij jou is.”

Paul: “Heb jij die?
Eppo: “Ja, ik was ooit op de ITB in Berlijn en kwam José Kreijman (toenmalige eigenaar van Panta Reizen, red.) tegen. We dronken een borrel, bleken op dezelfde vlucht terug te zitten en deelden samen een taxi naar het vliegveld. Panta was destijds een van de grootste klanten van KLM; maar we werden van die vlucht gehaald. Terwijl we aan de bar zaten, zag ik dat iemand aan de balie heel boos werd en vraagt: “Wie heb je van de vlucht gehaald?”. Niet veel later kwam er iemand van KLM met veel excuses naar ons toelopen, ze hadden een enorme vergissing gemaakt door José van de vlucht te halen. Of hij alsjeblieft aan boord wilde stappen, en ik mocht natuurlijk ook mee. Maar voor ons hadden ze iemand anders van de vlucht gegooid. José wilde niet mee, omdat dat een klant van hem kon zijn geweest. Hij draaide zich om en vroeg aan mij: ‘Wil je nog een biertje?’. Dit verhaal heb ik altijd onthouden, zo ga je met je klanten om.”
Paul: “Ik ken hem eigenlijk niet goed. Toen ik er ging werken, heb ik wel taken van hem overgenomen. En ik ben eens na een inkoopreis in Barcelona doorgevlogen naar Malaga, José had namelijk een villa in Marbella. Daar ben ik een halve dag geweest, heeft hij mij redelijk doorgelicht en zag toen blijkbaar dat het goed was.”

Eppo: “Maar wie heeft jou geïnspireerd?”
Paul: “Lastige vraag, maar ik vond Ton Wendel een hele bijzondere man, zeker hoe hij het bedrijf ooit met Piet de Boer is gestart. In de Avrobode stond elke week een reisverhaal over een bepaalde bestemming, en door een bonnetje uit te knippen, in te vullen en op te sturen liet je als consument weten geïnteresseerd te zijn in die reis. Er kwamen dan honderden van die bonnetjes terug op kantoor. Zo is de Boer & Wendel ooit begonnen. Maar ook de manier waarop Ton Wendel reizen opzette, was bijzonder. Hij deed eerst de onderhandelingen met bijvoorbeeld Garuda Indonesia, dan had hij een x-aantal stoelen voor een heel jaar geregeld en sloot zichzelf een week lang op in zijn kantoor en schreef alles uit op een heel groot vel papier. Na een week hadden we witte rook en was het schema voor dat jaar bekend.”
Eppo: “Haha, ja die grote vellen papier kan ik me ook nog goed herinneren.”
Paul: “Maar natuurlijk is Coby ook een hele inspirerende vrouw voor mij geweest. Als je 46 jaar bij een bedrijf werkt, is dat natuurlijk heel bijzonder en zegt dat ook wel iets over iemand. Ik ben veel met Coby op pad geweest en dat was altijd heel erg gezellig. We waren net Jut en Jul, er ging altijd wel iets kapot, of iets deed het niet, of we konden de weg niet vinden of wat dan ook. Coby kan ook zo enorm hard lachen om Van Kooten en De Bie, tranen met tuiten. Er is een sketch over Sunwing reizen, ‘uit… en ‘toch’ thuis!’, die reis ging naar Kippenheim in Duitsland. Coby en ik zijn dus ooit onderweg naar ons kantoor in Zwitserland door Kippenheim gereden, hadden we speciaal de afslag voor genomen. Het is een heel saai dorpje, maar we hebben er wat gegeten en zijn doorgereden. Ik heb jou toen nog een berichtje gestuurd.”
Eppo: “Dat weet ik nog, haha.”
Paul: “Maar Coby is ook een dame waar je ongemerkt veel van opsteekt. Zij was heel goed in de rust bewaren, was heel tactisch naar leveranciers toe, ook al hadden we een groot conflict. Ze bleef altijd rustig en handelde met respect. Ik zit iets anders in elkaar, maar heb veel – en zeker op dit gebied – van haar geleerd. Maar ik trek nog steeds wel eens een leverancier door de telefoon waarvan het hele kantoor vervolgens kan meegenieten.”

Paul: “Welke bestemming staat op jouw bucketlist?”
Eppo: “Suriname. Ik heb altijd gezegd dat ik daar naartoe wil als ik stop met werken. Ik heb drie keer de kans gehad om er heen te gaan, maar heb deze bestemming altijd bewaard tot het juiste moment. Ik hoor fantastische verhalen over Suriname.”
Paul: “Heb je ‘m nu gepland?”
Eppo: “Nee, nog niet. Ik ben nog niet van plan te gaan niksen…”
Paul: “Wil je ook weten wat op mijn bucketlist staat?”
Eppo: “Tuurlijk Paul. Welke bestemming staat er op jouw bucketlist?”
Paul: “Bora Bora, om de naam alleen al. Iemand heeft mij ooit een ansichtkaart vanuit Bora Bora gestuurd om mij jaloers te maken, haha. Maar het lijkt me echt een fantastische bestemming. Ik wil ook nog naar Suriname en naar meer landen in Zuid-Amerika. En ik ga zeker nog een keer naar Nieuw-Zeeland.”
Eppo: “Mijn broer woont in Nieuw-Zeeland, het is zo ver weg, maar ik ga er ook weer naartoe.”

‘We hebben ons pad niet van tevoren uitgestippeld’

Paul: “Als je de rest van je leven naar één bestemming op vakantie mag gaan, welke is dat?”
Eppo: “Ik ben dol op Spitsbergen en Groenland, maar dat zijn niet echt vakantielanden. Dus dan wordt het toch Indonesië. Het is er zo groot, zo gevarieerd en ik voel me er ontzettend thuis.”
Paul: “Ik had de vraag met precies hetzelfde beantwoord. Ik ga nog steeds elk jaar graag naar Indonesië, zakelijk en privé gecombineerd. Het is er zo fijn.”

Paul: “Nu to-the-point: Askja is verkocht aan Nordic, voor mij kwam dit nieuws redelijk onverwachts, wat was de doorslaggevende factor?”
Eppo: “Twee jaar geleden kwam er een partij langs met de vraag of Askja te koop was, toen zeiden we ‘nee’.  We waren er niet mee bezig, maar zijn daarna wel gaan nadenken over de toekomst. Ik ben nu 60 jaar en hoefde het niet te verkopen, maar over vijf jaar moest ik dat dan waarschijnlijk wel. Maar dan weten we niet hoe de markt ervoor staat en of de juiste partijen er zijn. Askja is een heel specialistisch bedrijf, dat je niet even op Marktplaats zet. Na een onderzoek kwamen we erachter hoe Askja in de markt ligt en waar onze kansen liggen, daar kwam een positiever beeld uit dan we hadden verwacht. Toen we er serieus naar gingen kijken, bleken er zeven partijen te zijn die interesse hadden in Askja. Drie daarvan deden een heel goed bod, waaronder Nordic. Ze kochten ook Go North, ons incoming bedrijf op IJsland. We wilden Askja en Go North achterlaten bij een goede partij, natuurlijk is het nu aan Nordic er wat van te maken. Maar ons DNA moest wel matchen met dat van hen. Ik bleef er wel dubbel instaan; ik voelde de noodzaak niet, maar het was wel het juiste moment.”

Paul: “Wilde je niet aanblijven als bijvoorbeeld directeur?”
Eppo: “Nee joh. Sander en ik hebben Askja in totaal zeventien jaar gehad. We weten alles, en ook nog eens beter dan de rest. Nordic heeft vast ook goede ideeën en mooie plannen met het bedrijf, dus een van de partijen zou dan heel ongelukkig zijn geworden. Het aanblijven als directeur of zoiets werkt nooit.”
Paul: “Maar toen jullie Askja overnamen, bleef de oprichter nog wel in dienst.”
Eppo: “Nee hoor, die was na vijf werkdagen weg. Maar Nordic is een geweldig bedrijf, en Askja is bij hen in goede handen. Mijn hart gaat er natuurlijk niet zo maar uit.”

Paul: “Je hebt in dit gesprek al een paar keer aangegeven dat je de branche niet gaat verlaten. Wanneer en hoe kom je terug?”
Eppo: “Dat weet ik nog niet. Ik heb wel wat ideeën, maar ik moet even een pauze nemen. De afgelopen tijd was voor mij bizar en zwaar, vooral op privégebied. Ik ben vier dierbare mensen in vier maanden tijd verloren, waaronder mijn moeder en broer. Ik merk aan mezelf dat ik moe en heel emotioneel ben, ik heb echt een pauze nodig.”
Paul: “Dat snap ik helemaal.”
Eppo: “Maar ik ben nog zeker niet klaar, ik voel me allesbehalve 60 jaar oud. De reiswereld is simpelweg nog altijd te leuk om er helemaal mee te stoppen.”