Luchtvaartmaatschappijen maken zich grote zorgen over het kabinetsvoornemen om het aantal starts en landingen op Schiphol te verlagen van 500.000 naar 478.000 per jaar. Tijdens een kort geding dat de hele dag duurde vroegen zij de rechter om een streep te zetten door de invoering van deze maatregel, die volgens hen ingrijpende en mogelijk blijvende gevolgen heeft voor de luchtvaartsector.

De advocaten van onder andere KLM en de brancheorganisatie van vrachtvervoerders stelden dat de verlaging geen tijdelijke stap is, zoals de staat beweert, maar een juridische verankering van een krimp. “Het is een tijdelijke maatregel in naam, maar een definitieve beperking op papier”, aldus de raadsman van de luchtvaartmaatschappijen. Ze willen dat de rechter de staat verbiedt het aangepaste Luchthavenverkeerbesluit (LVB) te publiceren of in werking te laten treden voordat er een oordeel ligt van de bestuursrechter.

Onwerkbaar

KLM benadrukte dat het gebrek aan duidelijkheid over de toegestane capaciteit directe gevolgen heeft. “Als we op Schiphol geen zekerheid hebben over de beschikbare slots, kunnen we onze vluchtschema’s niet op tijd opstellen”, zei Marcel Mazereeuw (KLM). “Schrappen we een vlucht, dan riskeren we de hele serie kwijt te raken. Dat is niet alleen kostbaar, het tast ook het vertrouwen van de reiziger aan.”

“Geen vertrouwen dat het goedkomt”

Ook de luchtvrachtsector luidde de noodklok. “Vrachtvluchten zijn sterk afhankelijk van ad-hocslots. Als die straks ontbreken, kunnen veel vluchten niet doorgaan”, zei Maarten van As van Air Cargo Netherlands. “We horen steeds dat het ‘wel goedkomt’, maar wij hebben geen enkele reden om dat te geloven.”

De rechter doet op maandag 28 april uitspraak.